Chronisch ongestelde betweter versus satansmormel

advocaat van de duivel

Tot nu toe is er nog maar één vriendschap opgeofferd aan mijn feministische idealen. Niet eens omdat hij regelmatig de mening bezigde dat verkrachtingen vaak ook verzonnen zijn — zie  hierover een artikel van Rebecca Solnit —, of omdat hij begin 2016 beweerde dat Syriërs een heel andere cultuur hebben en het niet raar is dat ze dus in Keulen aan vrouwen zaten — niet dus —, maar omdat hij wilde dat ik excuses aanbood. Ik was namelijk weggelopen van ons gesprek. Het zoveelste gesprek waar hij met racistische en seksistische argumenten goochelde, constant  van mening veranderde en vond dat ik daarop in moest gaan. Maar eerst moest ik “stoppen met hem onderbreken en hem uit laten praten”.

“Chronisch ongestelde betweter”. Dat staat er op mijn Tinderprofiel. Self depreciating jokes zijn mijn schild tegen de constant zeurende massa mannen, op Tinder en in het wild, die denken dat ze mij de wereld uit mogen leggen. Op mijn Tinderprofiel staat niet dat ik geen bullshit tolereer. In plaats daarvan staat er een grapje met een kern van waarheid: ik ben een vrouw, ik heb een mening, en ik vermoed dat je dat irritant vind. Dus maak ik er een grapje over. “Best tagline ever!”,  schreef diezelfde onderbeek-me-niet-jongen me een paar maanden later.

Mijn grapjes zijn er om male tears te voorkomen

Grapjes over mijn chronische ongesteldheid, mijn #WhiteFeminsm, mijn positie in de wereld en mezelf: het is een schild. Maar niet een schild voor mezelf.  Ik kom namelijk nog steeds in conversaties terecht die me kwetsen, die te stompzinnig voor woorden zijn, en waar ik me in moet houden om niet vuur te spuwen. Het is een schild om de fragiele — vaak mannelijke — ego’s van de mensen om me heen te beschermen. Mensen die zich gekwetst voelen wanneer ik uitleg dat de wereld soms bruut, onrechtvaardig en gewelddadig is. Mensen die zich storen aan mijn toon. Die eisen dat ik dingen beter onderbouw dan ik tot dan toe uitentreuren geprobeerd heb. Die denken dat ze recht hebben op mijn tijd. Mensen die vinden dat ik sorry moet zeggen wanneer ik wegloop van een gesprek. Mijn grapjes maak dus niet alleen om mezelf te beschermen, maar vooral om male tears te voorkomen.

Daarom wil ik schrijven over mannen die de advocaat van de duivel spelen, en over emotionele arbeid. Terwijl ik mezelf verdedig door me in te dekken met grapjes als een pre-emptive strike, dekken die mannen zich in door te weigeren een kant te kiezen. Door niet te engageren. Beiden durven we ons niet bloot te geven. Maar mijn grapjes — en mijn niet het achterste van mijn woeste, gekwetste, vlammende tong laten zien —, is een manier om te verzachten en mensen te beschermen. Hun manier om zich niet bloot te geven, is door ‘de advocaat van de duivel’ te spelen. De bedoeling hiervan snap ik nog steeds niet. De mensen die dit doen, wijzen me op een irritante eigenschap van mezelf: ik accommodeer voor fragiele ego’s, omdat je als social justice warrior irritant, harig, onaardig en niet do-able bent. Daarom reageer ik fatsoenlijk, blijf ik uitleggen en maak ik grapjes.

Een satansmormel is iemand die telkens van positie wisselt

Niet iedereen die de advocaat van de duivel speelt is even irritant. Sommige bedoelen het goed. Voor de mensen die het slecht bedoelen, introduceer ik de term ‘satansmormel’ om de soms positieve devils advocate te onderscheiden van het altijd negatieve gedrag waar ik het over wil hebben. Iemand die alleen vragen stelt, zich van de domme houdt, en telkens van positie wisselt, is een satansmormel. Het verwijt niet te willen leren is niet op te lossen door boos iets uit te roepen in de trant van: “Ik ben gewoon geïnteresseerd! Onderwijs me!” Daden spreken meer dan woorden.

De eigenschappen van het satansmormel zijn: hij wil niet leren en is gemakzuchtig; hij is niet geëngageerd, en hij denkt recht te hebben op mijn tijd. De gemakzucht van het satansmormel uit zich in het feit dat hij niet wil leren. Als je alle grapjes en bekentenissen over mijn onzekerheid hebt afgewacht om je persoonlijk aangevallen te kunnen voelen: dit is het moment! Iedereen met goede bedoelingen die open staat voor een echt gesprek kan nu weer rustig ademhalen: dit gaat niet over jou. Ik spreek over iedereen die reaguurt op Facebook en in real life, maar die niet wil leren. Het satansmormel is iemand die een conversatie niet als een open gesprek, maar als een leuke sparwedstrijd ziet.

De persoon in kwestie trekt me in twijfel door van alles op me af te vuren en dan kijkt hij of ik in staat ben alle balletjes te vangen, of terug te gooien. Maar geïnteresseerd in mijn argumenten is hij niet — alleen in mijn uithoudingsvermogen. Als Sapere Aude – durf te denken — niet aan je besteed is, probeer dan eens Googlen Aude.

Het is best wel makkelijk om niet zelf te googlen en in plaats daarvan heel gemakzuchtig de advocaat van de duivel te spelen. En dat is — zoals ik hem tegenkom — het verkondigen van de mening van een geprivilegieerde meerderheid. Soms ook van een benadeelde minderheid. Wellicht doordat de betreffende mening in stand wordt gehouden door media-biases, imposter syndroom, gebrek aan rolmodellen en epistemic harms. Maar ik zie het vooral bij witte mannen gebeuren. Het is niet origineel om een mening te verkondigen die status quo onderschrijft. En ik snap het vaak niet. “Geloof je dit echt?”, denk ik dan. En als je het niet gelooft: wat voor zin heeft het dan om dit te zeggen?

Het gemakzuchtige satansmormel vermijdt risico. Er staat misschien iets op het spel als je per ongeluk zo erg de grenzen van het goed fatsoen overschrijdt dat je mensen boos maakt.  Het ergste wat mijn gesprekspartners kan overkomen, is dat ze online de PC police op zich af krijgen. Maar verder? De wereld gaat door met bruut, gewelddadig en onrechtvaardig zijn. Er blijven mensen gekwetst door Zwarte Piet en angstig hun verkrachting aan te geven, het klimaat warmt verder op en activisten krijgen klappen. Maar daar heb jij geen last van. Je hoeft geen originele gedachten te formuleren en je hoeft je niet constant te verdedigen wanneer de militaire eenheid van de gevestigde orde achter je staat.

Maar het satansmormel zelf neemt geen positie in

Het tweede dat de advocaat van de duivel tot een werkelijk satansmormel maakt, is dat hijzelf geen positie inneemt. Hij is iemand die alleen vragen stelt. Die niet zelf een verhaal uiteenzet. “Christmas?”, schrijft iemand in reactie op dit filmpje dat uitlegt waarom het Nederlandse blackface verkeerd is. Wat moet ik daarmee? Moet ik concluderen dat, omdat de makers Sinterklaas met kerst verwarren, ze slordig zijn en hun argument niet geldig is? Dat Sinterklaas anders is dan kerst en dat Zwarte Piet niet erg is? Dat kerst geen Sinterklaas is, maar blackface wel erg is? Zeg wat je bedoelt! Als je wilt beargumenteren dat “Christmas ≠ Sinterklaas” en dus “Zwarte Piet”, doe dat dan! En als je iets anders bedoelt: schrijf dat dan uit. Dan neem je weliswaar het risico dat anderen uitleggen waar jouw argumentatie faalt, maar dan heb je in ieder geval je mogelijk juiste mening verkondigd. Alleen een vraag te stellen is laf. Dat is wachten tot iemand toehapt en niet de moeite willen doen iets te typen als je niet zeker weet dat je een reactie krijgt.

Voor mij hebben de dingen die ik zeg betekenis. Daarom denk ik erover na, houd ik me afzijdig wanneer ik het nog niet weet en doe ik mijn best zorgvuldig te formuleren. Racisme, seksisme, en de ME die mensen slaat zijn dingen die me direct of indirect aangaan. Omdat ik mensen ken die er last van hebben. Omdat ik er zelf last van heb. Omdat ik weet dat de wereld beter kan zijn dan zij nu is. Als anti-zwartepiet activisten mishandeld worden, worden mensen mishandeld waar ik van houd. Dat is niet ha-ha-ha supergrappig, maar au-au-au best wel pijnlijk.  Voor mij staat er iets op het spel. Een jongen van mijn studie is serieus aanhanger van Trump. Ik vind het interessant om te lezen wat hij deelt op Facebook. En ik vind het boeiend om met hem te praten. Hij meent wat hij zegt, trekt zich kritiek aan en als hij zelf kanttekeningen plaatst bij mijn visie, dan doet hij dat omdat hij daarin gelooft. Hij neemt een positie in, en stelt zich kwetsbaar op. Dat is een voorwaarde voor gelijkwaardige communicatie. Hoewel — of omdat? — we van mening verschillen, is het leuk om samen te praten.

Het satansmormel denkt recht te hebben op mijn tijd

Tot slot denkt het satansmormel dat hij recht heeft op mijn tijd. In het echte leven; en online. Facebook is een semipublieke ruimte. Je hoeft niet uitgenodigd te worden om daar je mening te verkondigen. Als je kan reageren, is er niets wat je tegenhoudt te reageren. Vergelijk het met onuitgenodigd een feestje binnenkomen van kennissen. Soms ongepast, meestal prima. Maar de muziek veranderen en klagen dat het bier op is en de mensen onaardig zijn? Niet prima.

Zeker niet wanneer dat gaat met een air van vanzelfsprekendheid. En dat maakt de discussies zo tenenkrommend. Het satansmormel denkt recht te hebben op het risicoloos sparren met de feministische chronische ongestelde betweter. Dat het eindeloos om uitleg vragen — en het dwingen te luisteren naar uitgekauwde racistische shit — nou eenmaal het lot is van intelligente vrouwen die je gegijzeld kunt houden onder het mom van fatsoen. Want enter harige feminist en angry black woman trope: het is immers onfatsoenlijk, onredelijk, emotioneel en crazy om weg te lopen uit een gesprek … Het is onaardig om als een bulldozer het veilige, witte, heteroseksuele patriarchaat kapot te willen maken.

En daarom maak ik grapjes. Een manier om minder intimiderend te laten blijken dat ik ongelukkig ben met de staat van de wereld. Deze manier om male tears te voorkomen is een vorm van emotionele arbeid. In management termen is emotionele arbeid het uiten en onderdrukken van eigen emoties, en het managen van emoties van anderen, als vereist onder van de functie-uitoefening. In het dagelijkse leven is het een vereist onderdeel van de functie-uitoefening die hoort bij mijn vrouw zijn. Emotionele arbeid is een activiteit die niet erkend wordt, die moeite kost en die — zeker in gesprek met het satansmormel — nooit wederzijds is.

Daarom is het tijd, satansmormel, om eens goed te reageren

Ik ben gesocialiseerd om aardig te zijn. Maar dat betekent niet dat het gemakzuchtige reageren op dingen die mij aan het hart gaan, en jou niet eens verleiden tot een googlebeurt, door mij getolereerd dienen te worden. Wat ik aan het begin van dit  stuk “feministische idealen” noemde, zou ik ook gewoon “zelf respect” kunnen noemen. De eigenschappen die het satansmormel onderscheiden van iemand die oprecht wil leren en helpen, maken dat mensen een hekel krijgen aan de devil’s advocate.

Daarom is het tijd, satansmormel, om eens goed te reageren. Niet met vragen en vaag gedraai, maar met een goed stuk, waar je echt achter staat. Een stuk van, zeg, 1.800 woorden. Onderbouw je mening maar eens. Neem positie in. (En mocht degene die vond dat ik mijn excuses moest aanbieden, omdat ik me niet laat gijzelen als publiek voor een geprivilegieerde ongefundeerde mening, zijn excuses aan willen bieden, dan mag dat ook in 1.800 woorden en een bos bloemen.) Daarna spreken we weer verder.


 

More from Harriet Bergman
Polderen tot het water je aan de lippen staat: een verslag van de KolenCruise
“Misschien kunnen we in gesprek over welk deel van de haven moet...
Read More
0 replies on “Chronisch ongestelde betweter versus satansmormel”