Teheran 1979 | Feminisme in Iran – Intermezzo

feminisme in iran
De voorpagina van de krant Etela'at van 16 Januari 1979.

In dit intermezzo tussen deel 1 en deel 2 van het drieluik over het Feminisme in Iran gaat het over mijn eigen herinneringen aan de islamitische revolutie. Deze bestaan vooral uit beelden in combinatie met gedachten en gevoelens. Gedachten en gevoelens die nog steeds zo helder zijn alsof ze gisteren pas zijn ontstaan. Een van die beelden heeft zijn geboorte op de dag waarop de Sjah het land verliet: 16 januari 1979. Het was een grijze, koude en grauwe winterdag in Teheran. Ik was veertien en zat achter in de auto. Mijn vader achter het stuur. De radio stond aan. Jean Michel Jarre, Oxygene.



In gedachten verzonken keek ik uit het raam. Mijn vader bracht me naar een soort noodles, want de school was al wekenlang dicht vanwege de revolutie. Ineens werd de muziek onderbroken door een soort nieuwsbericht dat we tegenwoordig Breaking Nieuws noemen. Er werd melding gemaakt dat de Sjah uitgeput is, moe is. Dat hij vakantie nodig heeft en nu op het punt staat het land te verlaten. De Sjah gaf een korte afscheidsspeech. Ik hoorde de trilling in zijn stem. Ik zag de trilling in de schouders van mijn vader. De muziek ging weer aan. Alsof er niets gebeurd was. Ik dacht: »Wow. Wat nu?« Mijn vader reed naar links een straat in en ik zag ‘wat nu’: er was een uitzinnige menigte. Hij kon niet verder rijden. Er waren overal mensen. Rondom onze auto, rechts, links, voor, achter. En ze riepen en scandeerden: »Sjah raft! Sjah raft!« De Sjah is weg! De Sjah is weg!


De berichtgeving van The Guardian van die dag.
De berichtgeving van The Guardian van die dag.

Bron: The 1979 Iranian revolution: how the Guardian covered it | News | The Guardian


Geen twee weken later zaten we thuis televisie te kijken. We zagen hoe de Boeing 747 van Air France Khomeini naar Teheran bracht. Amper vijf weken later — op 6 maart 1979, twee dagen voor de Internationale Vrouwendag — kwam dus dat in deel 1 beschreven decreet van Khomeini dat elke vrouw in Iran voortaan de tsjador1 moest dragen. Niet een hoofddoek. Nee: een tsjador. Ik was hevig verontwaardigd. Ik was viertien. Ik was al maandenlang verwikkeld in een enorm conflict met mijn moeder, en wel over míjn uiterlijk. Mijn moeder wilde dat ik mijn wilde haar in een staart beteugelde en geen oogpotlood meer droeg. Ik dacht: »Nu heb ik al dit conflict over mijn uiterlijk, komt er ook nog een heel land over me heen«. Alsof mijn gevecht thuis niet vervelend genoeg was, waren er ineens ook nog een of andere vreemde mannen die mij wilden gaan vertellen hoe ik eruit moest zien; hoe ik eruit mócht zien? Hoezo? Het was toch mijn subjectiviteit. Wat moest ik doen, wat kon ik doen om die te redden? Tegelijkertijd had ik nu wel een goed argument tegen mijn moeders kritiek op mijn uiterlijk: »Mam, je doet nu precies hetzelfde als deze mannen! Het gaat niemand iets aan hoe ik eruit zie.«

Toen kwam de gebeurtenis die een diepe indruk op mij heeft gemaakt. De gebeurtenis dat vrouwen heel spontaan en woedend de straten op gingen. Er was een enorme diversiteit aan vrouwen: duizenden verschillende en pluriforme vrouwen van alle leeftijden, klassen, geloven en ideologieën. Eensgezind namen ze de straten van Teheran in om luidkeels hun verzet te uiten tegen deze machtsgreep op hun lichaam en leven, tegen dit verraad aan ze. Aangezien dit de eerste volksopstand was tegen Khomeini zo kort na zijn zegevieren, dachten veel volwassenen om me heen dat dit ook direct het einde zou inluiden van de politieke Islam in Iran. Het was opmerkelijk hoe de vrouwen drie dagen lang protesteerden en hun leuzen scandeerden. Ik keek gefascineerd naar de berichtgeving. Ik luisterde mee met de gesprekken van de volwassenen daarover. En ik dacht vooral: »Zie je, het is het wel waard om te vechten voor je subjectiviteit. Voor je vrijheid!« Het is immers mijn zaak hoe ik eruit wil zien, hoe ik wil leven. Door de omstandigheden buiten mij is er dus iets ín mij gebeurd, iets dat sindsdien nooit meer weg is gegaan. Integendeel, het is zelfs sterker geworden. De overtuiging is ontstaan dat vrijheid inderdaad niet afhankelijk kan zijn van sekse en de erbij verzonnen gender-rollen. Dit inzicht was de geboorte van mijn strijd tegen het patriarchaat. Een patriarchaat dat zich overal in de wereld op meer of mindere mate manifesteert. Overal, want nergens ter wereld is het volledig overwonnen.

Ondanks de eerste successen van de protestdemonstraties van de moedige Iraanse vrouwen, werd de sharia gaandeweg alsnog ingevoerd met alle consequenties van dien voor de Iraanse vrouwen en dus ook voor mij. Mijn hele schoolleven tot dan toe zat ik met jongens in een klas. Ineens kregen we een soort Oost-Berlijn/West-Berlijn op school: jongens en meisjes werden fysiek uit elkaar gehaald. De jongens gingen voortaan in het zuidelijke gedeelte van het schoolterrein naar school en de meisjes in het noordelijke gedeelte. Er werd een muur ertussen geplaatst. Een grens. En daar stopte het niet bij. Het einde van het lied is dat het verzet van de vrouwen uiteindelijk alsnog de kop werd ingedrukt. Niet alleen door de wet, maar ook door fysiek geweld. In de straten werden vrouwen die te westers uitzagen of geen hoofdbedekking drogen door fanatiekelingen bespoten met zoutzuur, of werd er met scheermesjes gesneden in hun strakke spijkerbroeken en dus ook in hun lichamen. Ik mocht sowieso nooit echt alleen de straat op, maar vanaf dat moment werd ik nog strenger thuisgehouden uit angst dat ook ik geconfronteerd zou worden met dit soort misogyn geweld. Eind 1980 ben ik uiteindelijk gevlucht naar Europa.

Betekent dit nu dat het feminisme in Iran toen een stille dood gestorven is, letterlijk uitgebloed is? Het antwoord is nee! De paradoxe consequentie van de politieke Islam in Iran was dat zich een enorme ruimte opende voor het overgrote deel van de Iraanse vrouwen met een voornamelijk traditionele en religieuze achtergrond. Ineens — en voor hen voor het allereerst sinds generaties — mochten ook zij zonder een voogd de straat op. Sterker nog, het werd zelfs van hen verwacht om in de straten van de Iraanse steden te vechten voor de islamitische zaak, voor de islamitische revolutie. Dit had als gevolg dat ze voortaan ook elke dag alleen naar school mochten gaan hetgeen hen weer voldoende argumentatieve munitie gaf om zich door te kunnen zetten in hun eis en wil ook te gaan studeren aan de universiteiten. Dit heeft niet alleen het leven van vrouwen, maar ook de demografie in Iran drastisch veranderd. Op dit moment is meer dan zestig procent van alle studenten in Iran vrouw en de geboortecijfers zijn historisch laag.

Er is dus een enorme ruimte opengegaan die voorheen volledig op slot zat. Die ruimte is de publieke ruimte. De ruimte waarin politieke activiteit plaatsvindt. Niet alleen is het feminisme  in Iran niet doodgebloed, het is een politieke beweging geworden die sinds meer dan 35 jaar uiterst levendig is en zich in een andere richting heeft kunnen ontwikkelen dan er voor de revolutie voor mogelijk werd gehouden. In deel 2 van dit drieluik gebruik ik Simone de Beauvoirs mythe van de vrouw als een conceptueel instrument waarmee ik de traditionele beeldvorming over de Iraanse vrouw nader beschouw.


 

Footnotes

  1. Perzische naam voor de sluier die hoofd en lichaam bedekt.
More from Heidi Dorudi
Paradigma: ik heb niets met de geschiedenis te maken
Kan geschiedenis doorwerken naar het heden en de toekomst? Als filosoof zeg...
Read More
0 replies on “Teheran 1979 | Feminisme in Iran – Intermezzo”