Nog niet zo lang geleden was het toerisme in Amsterdam een gebeuren dat je vooral in de zomermaanden te verduren had. Nu? Nu is dit fenomeen verworden tot een kwaal. Een niet meer te ontwijken toestand waarmee je 365 dagen in het jaar en bijna 24 uur per dag geconfronteerd wordt.
De schijnbaar onophoudelijke drukte knaagt steeds vaker aan het leefplezier in de stad. Het meest voelbare effect is een onwillekeurig opborrelende irritatie zodra je voor de zoveelste keer gehinderd wordt in je mobiliteit. Het fietsen, en soms zelfs het lopen door het centrum van de stad, lijkt vaker wel dan niet op een loop door de spitsroeden. De fietsbel is al lang niet meer voldoende om botsingen met toeristen te voorkomen. Op regenachtige dagen kom je de tram niet meer in, omdat die vol zit met Airbnb gasten en hun rollende koffers. De als paddestoelen uit de grond schietende Nutella-shops en kaaswinkels verjagen steeds meer de sfeer die uitging van de eigenzinnige Amsterdamse winkeltjes. Dankzij de bv Iamsterdam ondergaat Amsterdam een opgelegde metamorfose om in razendsnel tempo te veranderen in een attractiepark.
Kort geleden was er een TV rapportage over precies dit euvel en de vraag wat er gaat gebeuren als de stroom van toeristen in deze versnelling blijft doorgroeien. Op zoek naar een antwoord ging men naar Venetië. Een stad die de grenzen van het toelaatbare al lang overschreden heeft. De gevolgen van deze grensoverschrijding zijn een nachtmerrie.
Hoe laat gaat de stad dicht?
Nog maar 15 jaar geleden was het jaarlijkse aantal bezoekers ergens rond de 2 miljoen — wat al best veel was. Maar nu is er sprake van 28 miljoen bezoekers. In de stad wonen er nog maar 60.000 mensen. De afgelopen jaren zijn meer dan de helft van de Venetianen vertrokken. Voor hen was het niet meer te doen om dag in dag uit met al die toeristen de stad te moeten delen. Het eeuwige argument dat het toerisme brood op de plank brengt, is ondertussen al lang niet meer te rechtvaardigen. Toeristen plegen eerder roofbouw. Een roofbouw die doet denken aan de bijbelse sprinkhanen plaag.
Daar bedekten de sprinkhanen het land in zulke dichte zwermen dat er geen stukje grond meer te zien was. Het weinige dat er na de hagel was overgeschoten, werd opgevreten en alle bomen die weer waren uitgelopen, werden kaalvreten. Het paleis van de Farao, de huizen van zijn hovelingen en van alle andere Egyptenaren kwamen er vol mee te zitten.
Precies zo voelt het toerisme aan voor de Venetianen. Het ergste is dat veel toeristen niet komen om hun stad echt te willen leren kennen. Om echt iets over de historie van hun woonplaats op te snuiven. Venetië is al verworden tot een openluchtmuseum. Toeristen vragen serieus hoe laat de stad dichtgaat. Ze geloven niet dat er echte mensen leven. Mensen van vlees en bloed. Mensen die er wonen, werken, leven, uitgaan, thuisblijven, slapen, met elkaar ruzie maken, van elkaar houden, kinderen baren en dierbaren begraven.
Helaas gaat deze vergelijking ook in Amsterdam steeds meer op. De marktlui op de Albert Cuyp klagen over sterk verminderde omzetten, omdat toeristen deze trekpleister enkel opzoeken om te kijken en niet om te kopen. Huurwoningen worden onttrokken aan de markt om gegentrificeerd te worden en als dure investeringspanden verkocht te worden. Banken houden bij de verstrekking van hypotheken al rekening met de inkomsten van een verhuur via Airbnb. En dat allemaal om te voldoen aan het criterium van ‘de oneindige groei’ van het neoliberale kapitalisme.
Het criterium van ‘de oneindige groei’
Niemand schijnt zich af te vragen of dit rendementsdenken überhaupt nog te rechtvaardigen is tegenover de verstoring van het dagelijkse leven in de stad.
Vaak loop ik door de stad en raak ik zoals zo vaak opnieuw verliefd op haar. Soms verschijnt er een benauwend beeld voor mijn innerlijk oog. Het is het beeld van een Amsterdam in een tijd ergens in de toekomst. De stad is volledig onder water komen te staan, omdat de beroepspolitici van de wereld hun verantwoording niet wilden nemen tegenover de effecten van de global warming. Het criterium van ‘de oneindige groei’ was belangrijker. Ik stel me voor hoe er ook dan een commercieel bedrijf zal zijn dat het ‘Amsterdam onder water’ alsnog weet te verkopen als een attractie. Als ‘dé droomvakantiebestemming voor de meest unieke duikerervaring’ …
De grote vraag is dus: moeten we de toekomst van de stad en dus ook onze toekomst gaan verkwanselen puur opdat een paar mensen nog rijker worden aan de inkomsten van het pretpark Amsterdam? Willen we dit werkelijk? Zijn consumptie, economisering, rendementsdenken, kwantificiering, targets en valorisatie werkelijk de maatstaven waar we ons aan moeten oriënteren in onze besluiten? In de manier waarop we het leven op aarde organiseren en structureren? Is de ideologie van ‘de vrije marktwerking’ met haar ‘vrije prijsmechanisme’ werkelijk de juiste levensoriëntatie voor mensen die dezelfde wereld met elkaar moeten delen?
Nee. Deze neoliberale levensoriëntatie kan nooit aan de dynamiek van het leven zelf beantwoorden. Misschien moeten we als kritisch denkende individuen, als soevereine burgers, ons weer wat vaker laten inspireren door de maatstaf van rechtvaardigheid — en wel voor iedereen.
Dan zouden we tot besluiten kunnen komen die het mogelijk maken het massatoerisme weer om te vormen in een reiservaring. Een ervaring die verrijkend is voor zowel de reizigers als ook de bewoners van de reisbestemming.
Deze column is oorspronkelijk voorgedragen op 23 Oktober 2016 bij Radio Swammerdam op AmsterdamFM. Froukje Waterbolk en Mirjam van Zuidam gingen in gesprek met Nanke Verloo (antropoloog en politiek wetenschapper) en Reinjan Mulder (criminoloog en ervaringsdeskundige) over de drukte in de stad. Luister hier naar de hele uitzending: